Bijlage 3 - Antwoordenblad opdrachtenkaart
Hieronder vindt u het antwoordenblad behorende bij de opdrachtenkaart waarmee de leerlingen zelfstand aan de slag kunnen met de kijkdoos (zie bijlage 2). Op dit antwoordenblad staan wat antwoordsuggesties welke de basis kunnen zijn om de antwoorden van de leerlingen te controleren en met de leerlingen in gesprek te raken. Het antwoordenblad is gelamineerd ten behoeve van de duurzaamheid.
De antwoorden kunnen door de leerlingen worden ingevuld op het kopieerblad dat bij bijlage 4 zit.
Opdracht 1
Wat zie je als je zonder verlichting rijdt?
Als er helemaal geen verlichting is (niet op jouw fiets of bij andere verkeersdeelnemers, geen straatverlichting of verlichting van huizen) dan is het echt héél donker. In Delft en andere steden zul je dat niet tegenkomen maar er zijn zeker nog plekken waar het zo heel donker is.
Opdracht 2
Wat zie je nu je fietsverlichting aanstaat?
Jouw verlichting zorgt ervoor dat je ander verkeer beter ziet. Maar, misschien nog wel belangrijker, het zorgt er ook voor dat jij gezien wordt. Met je verlichting aan heb je als het goed is in de kist voetgangers gezien, 2 mannen met oranje hesjes aan, 3 vrouwen (waarvan 1 een winkelwagentje duwt) en een kind met een rugtas op.
Opdracht 3
Welke voetgangers vallen het meeste op en hoe komt dit?
De mannen vallen, ondanks dat ze achteraan staan, op door hun oranje hesjes.
Eén van de vrouwen valt op door haar lichte kleding (witte trui), de andere twee vrouwen vallen door hun donkere kleding (zwarte jurk en donker blauwe jas) veel minder op. Het kind valt wel op door zijn witte broek, maar een reflector op zijn rugzak had hem zeker zichtbaarder gemaakt.
Opdracht 4
Wat zie je als je zonder verlichting rijdt?
Net als bij gat A zie je niet veel zonder verlichting aan.
Opdracht 5
Wat zie je nu je de andere mensen hun licht aan hebben?
Je ziet nu de verlichting van de andere auto’s en misschien kun je door dit licht vaag zien wat er rijdt. Hierdoor zie je dus dat licht inderdaad niet alleen is om te zien maar vooral ook om gezien te worden. Had je de motor in het midden ook gezien toen hij zijn licht nog niet aan had?
Opdracht 6
Wat zie je nu je fietsverlichting aanstaat en wie valt het meeste op?
Ook voor auto’s, motoren en eigenlijk alle verkeersdeelnemers geldt dat je door lichte kleuren beter opvalt. Zo valt de gele auto beter op dan de blauwe. Let maar eens op in het verkeer dat een gele auto veel meer opvalt dan een blauwe of een grijze.
Opdracht 7
Wat zie je als je zonder verlichting rijdt?
Waarschijnlijk kon je weer niet veel zien zonder licht aan. Wist je trouwens dat er veel soorten fietsverlichting zijn? Niet alleen op batterijen of dynamo maar ook de hoeveelheid licht die uit een koplamp komt verschilt per merk en type. Laat je in de fietsenwinkel dan ook goed informeren als je een nieuwe lamp nodig hebt.
Opdracht 8
Wat zie je nu je de andere mensen hun licht aan hebben?
Als het goed is zie je in ieder geval 1 fietser die opvalt omdat hij zijn licht aan heeft gedaan. Gezien worden dus. Door het licht van zijn fiets zie je misschien heel vaag een tweede fietser (zonder licht) naast hem rijden.
Opdracht 9
Wat zie je nu je fietsverlichting aanstaat, wie valt het meeste op en hoe komt dit?
Nu zie je de tweede fietser ook duidelijker. Doordat hij geen verlichting en reflectie heeft valt hij veel minder op dan de fietser die wel reflectie op zijn fiets en kleding heeft.
Opdracht 10
Wat zie je dankzij de straatverlichting dat je net nog niet zag?
De straatverlichting helpt je dingen te zien die minder opvallen omdat ze bijvoorbeeld zelf geen verlichting hebben. Denk bijvoorbeeld aan een kat die oversteekt, een vuilnisbak, een voetganger die zijn hond uitlaat. Heeft iemand de hond in de kist zien staan?