Bijlage 5 - Vragenset
Hieronder vindt u de vragenset die in de groep kan worden behandeld. Voor deze vragen worden de leerlingen in kleine groepjes verdeeld (maximaal 11 groepjes) waarbij ze gezamenlijk de vragen beantwoorden. Daarna worden de antwoorden klassikaal besproken waarbij ieder groepje 1 vraag mag beantwoorden en over dit antwoord wordt met de groep gediscussieerd.
Er zijn 11 ringbanden gemaakt met daarin deze vragenset (voorzien van lamineerfolie). De antwoorden kunnen door de leerlingen worden ingevuld op het speciale kopieerblad (bijlage 7).
Ten behoeve van de leerkracht zijn er speciale antwoordbladen (bijlage 6).
Vraag 1
Bas had zo zijn best gedaan om zijn fiets helemaal in orde te maken. Zo had hij:
1) Een gele koplamp met wel drie knipperstanden op zijn fiets gedaan,
2) Een rood achterlicht dat constant brand gekocht,
3) Een goedgekeurde rode achterreflector aan zijn fiets gemaakt en
4) Trappers met oranje reflectoren.
Toch had de Verkeersouder die de fiets op school kwam controleren best wel wat opmerkingen. Weet jij wat er allemaal niet in orde is aan Bas zijn mooie fiets?
Vraag 2
Misschien ken je die hesjes wel die we dragen als we met de klas gaan fietsen.
Wij zijn niet de enige die dit soort hesjes dragen in het verkeer, kun je een aantal mensen verzinnen die dit ook doen?
Op welke twee manieren zorgen de hesjes dat je extra opvalt in het verkeer?
Vraag 3
Buiten zijn in de regen is niet altijd fijn. Als je loopt trek je een capuchon wat verder over je hoofd of houd je een paraplu boven je.
Kun je op de fiets ook zonder problemen met een paraplu fietsen? Leg ook uit waarom.
En zou een capuchon op hebben gevaarlijk zijn op de fiets? Leg uit waarom.
Vraag 4
Je bent toe aan een nieuwe regenjas en kunt kiezen uit één van deze twee jassen. Welke kies je en waarom?
Vraag 5
Natuurlijk neem je ook wel eens lopend deel aan het verkeer. Ook als je bijvoorbeeld aan het skaten bent ben je voetganger. Hoe kun je als voetganger zorgen dat je goed zichtbaar bent in het donker?
Vraag 6
’s Avonds en ’s nachts ben je in het donker slecht zichtbaar, maar kun je nog meer situaties bedenken waarin je slecht zichtbaar bent in het verkeer?
Wat kun je doen om te zorgen dat je dan toch gezien wordt of dat het in ieder geval veiliger voor je is?
Vraag 7
Welke verlichting heeft een auto? Noem er minstens drie. Weet je ook welke kleuren deze verlichting heeft?
Vraag 8
Welke verlichting en reflectie zijn er verplicht op je fiets? Noem ze alle vijf!
Vraag 9
Je gaat met een vriendin naar het zwembad. Als je weer naar huis gaat is het al donker en dan blijkt dat je voorlicht het niet meer doet. Het lukt je niet om het lampje weer te maken en naar huis lopen is echt te ver. Hoe kun je nu zo veilig mogelijk naar huis fietsen?
Vraag 10
In oktober of november houden we altijd een verlichtingscontrole op school, ook de politie controleert in deze maanden veel strenger op werkende fietsverlichting. Waarom is dat juist in die tijd?
Hoe laat moet je in ieder geval je fietsverlichting aanzetten?
Vraag 11
Er zijn verschillende soorten fietsverlichting, de stroom die nodig is om deze verlichting te laten branden komt van een dynamo of van batterijen.
Kun je van de batterijverlichting een paar voordelen opschrijven? En van de dynamoverlichting? Hebben beiden ook nadelen?